Waardering van je bedrijf: welke methode kies je en waarom?

De waarde van een bedrijf bepalen klinkt als een objectieve rekensom, maar de praktijk is vaak complexer. Er bestaan meerdere waarderingsmethoden, elk met hun eigen uitgangspunten, toepassingsmomenten en beperkingen. Welke methode je gebruikt, hangt sterk af van het type bedrijf, het doel van de waardering en de situatie waarin je je bevindt. In deze blog nemen wij je mee in de belangrijkste methoden en leggen wij uit wanneer je welke inzet.

Eén bedrijf, meerdere waardes?

Je zou denken dat er één juiste uitkomst is als het gaat om de waarde van een bedrijf. Maar in werkelijkheid is de uitkomst sterk afhankelijk van het gekozen perspectief. Kijk je naar wat het bedrijf in de toekomst kan opleveren? Wat vergelijkbare bedrijven op de markt waard zijn? Of wat de bezittingen op de balans vertegenwoordigen?

De vijf meest gebruikte methoden zijn:

  • Discounted Cash Flow (DCF)
  • Waardering op basis van multiples
  • Rentabiliteitswaarde
  • Intrinsieke of liquidatiewaarde
  • Adjusted Present Value (APV)

Ze benaderen waarde elk vanuit een andere invalshoek. Het kiezen van de juiste methode is dus geen kwestie van ‘goed of fout’, maar van ‘passend bij je doel’.

De DCF-methode: waarde vanuit de toekomst

De discounted cashflow methode (DCF) kijkt vooruit. Het uitgangspunt is hoeveel vrije kasstromen het bedrijf in de toekomst zal opleveren. Die bedragen worden terugberekend naar hun waarde van vandaag, met behulp van een disconteringsvoet die risico en kapitaalkosten weerspiegelt (de bekende WACC).

Deze methode is bij uitstek geschikt voor bedrijven met stabiele resultaten of goed onderbouwde groeiplannen. Denk aan gevestigde ondernemingen met terugkerende omzet, of snelgroeiende bedrijven met duidelijke margedoelstellingen en investeringsplannen.

Het grote voordeel van DCF is dat het laat zien hoeveel waarde er zit in de verwachte prestaties. Tegelijk vraagt het veel van de aannames: omzetgroei, marges, investeringen, werkkapitaal… alles telt mee. Kleine wijzigingen kunnen de uitkomst flink beïnvloeden. Daarom is de methode krachtig, maar gevoelig. Hij wordt vaak gecombineerd met andere methoden als reality check.

Multiples: snel en marktgericht vergelijken

Waar DCF toekomstgericht is, zijn multiples gebaseerd op de markt van vandaag. Je vergelijkt je bedrijf met andere ondernemingen in dezelfde sector en past hun waarderingsverhoudingen toe, bijvoorbeeld EV/EBITDA of EV/omzet.

Deze methode is snel en herkenbaar, zeker voor partijen die veel naar marktdata kijken. In sectoren zoals IT, dienstverlening of retail, waar veel vergelijkingsmateriaal beschikbaar is, werkt dit goed. Maar de betrouwbaarheid valt of staat  met de keuze van de juiste referenties. Zijn ze écht vergelijkbaar qua schaal, winstgevendheid en groeivooruitzichten? En zijn de cijfers genormaliseerd?

Een veelgemaakte denkfout is dat prijs gelijk is aan waarde. Een multiple weerspiegelt wat kopers in de markt bereid waren te betalen, maar zegt niets over de fundamentele prestaties van jouw onderneming. Gebruik het dus als benchmark, niet als absolute waarheid.

Rentabiliteitswaarde: rendement voorop

Bij de rentabiliteitswaarde draait alles om de verhouding tussen winst en rendementseis. Je deelt de genormaliseerde winst door het rendement dat een investeerder redelijkerwijs mag verwachten. Het resultaat is de waarde waarvoor een koper zijn investering terugverdient, gegeven het risico.

Deze methode is met name geschikt voor stabiele MKB-bedrijven zonder uitgesproken groeiplannen. Het voordeel is de eenvoud: je hebt geen complexe prognoses nodig. Maar de schatting van de rendementseis blijft subjectief. Wat voor de één voldoende rendement is, vindt de ander te laag. Sector, conjunctuur en risicobeleving spelen hier een grote rol.

In de praktijk wordt de rentabiliteitswaarde vaak gebruikt door financiële kopers of familiebedrijven die uit zijn op een duurzaam rendement, in plaats van strategische synergie.

Intrinsieke en liquidatiewaarde: ondergrens of noodscenario

Soms is de winstgevendheid minder belangrijk dan de waarde van de bezittingen. Dat geldt bijvoorbeeld bij herstructureringen, bij verlieslatende bedrijven of in kapitaalintensieve sectoren. De intrinsieke waarde baseert zich op de balans: wat is het bedrijf waard als je alle activa verkoopt tegen realistische waardes en alle schulden aflost?

De liquidatiewaarde is nog conservatiever. Daarbij neem je kortingen op de activa mee, bijvoorbeeld omdat machines op een veiling minder opbrengen dan hun boekwaarde, of omdat voorraden slechts deels verkoopbaar zijn.

Beide methoden geven geen marktwaarde, maar wel een ondergrens. Ze worden zelden als enige uitgangspunt gebruikt, maar zijn wél waardevol als ‘sanity check’ of in onderhandelingen bij een distress-sale.

APV-methode: als financiering bepalend is

De Adjusted Present Value (APV) methode is een variant op DCF, maar met een belangrijk verschil: het effect van financiering wordt apart gewaardeerd. Je berekent eerst de waarde alsof het bedrijf volledig met eigen vermogen is gefinancierd. Daarna tel je de waarde van het belastingvoordeel van schuld (het zogenaamde interest tax shield) erbij op.

Deze aanpak is relevant als de financieringsstructuur sterk verschilt tussen scenario’s of wanneer je bijvoorbeeld kijkt naar een leveraged buyout. In reguliere MKB-situaties is deze methode minder gangbaar, maar voor financiële kopers is het een nuttig instrument.

Mag je methoden combineren?

Sterker nog: dat is juist verstandig. In bijna alle waarderingsrapporten wordt gewerkt met meerdere methoden. Zo ontstaat een bandbreedte waarbinnen de uiteindelijke waarde ligt, afhankelijk van aannames, marktsituatie en onderhandelingspositie.

Een veelgebruikte combinatie is:

  • DCF als onderbouwing van de fundamentele waarde
  • Multiples als markttoets
  • Intrinsieke waarde als ondergrens

Die combinatie maakt je verhaal geloofwaardig, zowel richting kopers als richting aandeelhouders of investeerders. Het laat zien dat je begrijpt waar de waarde vandaan komt en waar de grenzen liggen.

Veelgestelde vragen

Wat is de meest gebruikte waarderingsmethode bij bedrijfsovernames?
Multiples zoals EV/EBITDA worden het vaakst gebruikt vanwege hun snelheid en marktgerichtheid. Voor diepgaande waardering is DCF betrouwbaarder.

Waarom komen er zo verschillende waardes uit?
Omdat elke methode een ander perspectief hanteert: toekomst, markt, balans of rendement. Er is geen objectieve waarheid; alleen goed onderbouwde aannames.

Kan ik zelf een waardering doen?
Een ruwe indicatie is mogelijk met online tools of simpele multiples. Maar voor serieuze gesprekken met kopers of investeerders is een professionele waardering onmisbaar.

Sta je aan de vooravond van een verkoop, investering of fusie? Laat je dan goed adviseren over de juiste waarderingsmethode. Plan een vrijblijvend gesprek met een van onze experts bij Hogenhouck m&a en krijg inzicht in de echte waarde van je onderneming. Onderbouwd, helder en strategisch toepasbaar.

We willen je graag leren kennen

Laten we kennismaken, we zijn benieuwd naar jouw stip aan de horizon.